Archeologen hebben in het Romeinse nederzettingsgebied A Cibdá de Armea in het noordwesten van Spanje een opmerkelijke vondst gedaan: een 2.000 jaar oud fossiel. Dit fossiel, een trilobiet, suggereert dat de oude Romeinen hun amuletten versierden met fossielen van uitgestorven mariene geleedpotigen.
De trilobiet, die dateert van meer dan 450 miljoen jaar geleden uit het Midden-Ordovicium, werd gevonden als een natuurlijke afgietsel, gemineraliseerd met ijzeroxide, wat het een kenmerkende roodachtige tint gaf. De conservering is vergelijkbaar met exemplaren uit de zuidelijke Centrale Iberische Zone, ongeveer 430 kilometer van de vindplaats, wat duidt op doelbewust transport door de oude Romeinen. Microscopisch onderzoek onthulde zeven kunstmatige facetten aan de linker- en onderzijde van het fossiel, wat suggereert dat het was aangepast om als hanger of armband te worden gedragen. Het ontbreken van gaten of doorboringen wijst erop dat het waarschijnlijk in metaal, zoals goud of zilver, werd gezet.
Dit fossiel werd gevonden naast een bronzen munt met de beeltenis van keizer Augustus, die regeerde van 27 v.Chr. tot 14 n.Chr. Historische verslagen beschrijven Augustus als een verzamelaar van fossielen, die hij importeerde uit Griekenland en opgroef op Capri. Hij wordt gecrediteerd met het creëren van een van de eerste bekende paleontologische musea in zijn villa. Deze ontdekking is de eerste bevestigde trilobiet uit de Romeinse tijd en een van de slechts drie wereldwijd die meer dan duizend jaar geleden doelbewust door mensen werden verzameld en gebruikt. Het biedt waardevolle inzichten in de culturele en symbolische betekenis van fossielen in de oude Romeinse samenleving.
De studie, getiteld "Significance of fossils in Roman times: the first trilobite find in an early Empire context," werd gepubliceerd in het tijdschrift *Archaeological and Anthropological Sciences*. Het fossiel, dat 4 centimeter groot is en tot het geslacht Colpocoryphe behoort, is niet alleen significant vanwege zijn geologische leeftijd, maar ook vanwege de duidelijke sporen van menselijke aanpassing. Onderzoekers hebben zeven slijtfacetten op de onderzijde gedocumenteerd, wat suggereert dat het was gevormd of afgevlakt voor plaatsing in een sieraad.
De roodachtige tint en de fossilisatie in ijzeroxide wijzen erop dat het fossiel oorspronkelijk uit het zuid-centrale Iberisch schiereiland komt, meer dan 430 kilometer van de vindplaats. Dit impliceert dat het object via het Romeinse handelsnetwerk werd vervoerd, mogelijk via de Vía de la Plata, een belangrijke weg die Mérida (Emerita Augusta) met Astorga (Asturica Augusta) verbond. De Romeinen, net als andere oude culturen, geloofden waarschijnlijk dat gefossiliseerde wezens beschermende of helende eigenschappen bezaten.
De segmentale vorm van de trilobiet kan zelfs Romeinse sieraden hebben beïnvloed; er zijn aanwijzingen dat Romeinen glazen en jet kralen produceerden die het uiterlijk ervan nabootsten, in de overtuiging dat deze vergelijkbare beschermende kwaliteiten bezaten. De ontdekking voegt zich bij de beperkte voorbeelden van oude culturen die trilobietfossielen aanpasten, en markeert de eerste opmerkelijke connectie met de Romeinse cultuur. Het fossiel werd gevonden in een Romeinse afvalstortplaats, naast aardewerk en munten, wat de invloed van de oude natuurlijke historie op de Romeinse spiritualiteit en het begrip van het verleden weerspiegelt. De vondst is slechts een van de elf bekende trilobietfossielen die in archeologische contexten zijn gevonden, wat een zeldzaam inzicht biedt in hoe de Romeinen de natuurlijke historie hergebruikten voor spirituele doeleinden.