Archeologen hebben in het Kroatische dorp Mohovo, aan de oevers van de Donau nabij Ilok, een 1.800 jaar oude Romeinse wachttoren blootgelegd. De ontdekking, die plaatsvond in juli 2025, werpt nieuw licht op de strategische verdedigingslinies van het Romeinse Rijk.
De toren dateert uit de regeerperiode van keizer Marcus Aurelius (161-180 na Christus) en maakte deel uit van de Danubian Limes, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk. Deze verdedigingslinie strekte zich uit langs de Donau en diende als buffer tegen invallen. De structuur, met een geschatte hoogte van zes meter, was vervaardigd uit hout en omringd door diepe grachten van wel zes meter diep en 2,5 meter breed. De strategische ligging bood een panoramisch uitzicht over de omgeving, versterkt door de natuurlijke bescherming van diepe ravijnen aan drie zijden. Visuele communicatie met nabijgelegen verdedigingswerken, zoals die in Ilok en Sotin op ongeveer 12 kilometer afstand, was essentieel voor de effectiviteit van het systeem.
De opgravingen, die in april 2025 begonnen, hebben een schat aan artefacten opgeleverd, waaronder fragmenten van wapens, onderdelen van paardentuig, fibulae (mantelspelden) en diverse keramiek. Deze vondsten bieden een inkijkje in het dagelijkse leven van de Romeinse soldaten die hier gestationeerd waren. Een bijzonder opmerkelijke vondst is een ijzeren bijl, die waarschijnlijk zowel als gereedschap als wapen werd gebruikt.
Wat deze vondst extra bijzonder maakt, is de identificatie van resten van een eerdere bewoning, behorend tot de Vinkovci-cultuur uit de vroege Bronstijd. Dit suggereert een lange geschiedenis van menselijke aanwezigheid en activiteit in het gebied, die teruggaat tot ver voor de Romeinse tijd.
De Danubian Limes, waarvan dit deel nu is blootgelegd, is een cruciaal onderdeel van de grenzen van het Romeinse Rijk en werd in 2021 deels erkend als UNESCO Werelderfgoed. De vondst in Mohovo draagt bij aan een dieper begrip van de Romeinse militaire strategieën en de interactie met de diverse culturen die in de oudheid in deze regio aanwezig waren. De opgravingen, gefinancierd door het Ministerie van Cultuur en Media, zullen worden voortgezet om de kennis over deze archeologische site verder te verdiepen.