Nieuwe radio-observaties met hoge resolutie van de pulsarwindnevel (PWN) MSH 15-52 hebben fascinerende, fijnmazige structuren aan het licht gebracht. Deze ontdekkingen bieden frisse inzichten in de dynamische interactie tussen de wind van de centrale pulsar en het puin van een supernova, en dagen eerdere aannames over dit kosmische fenomeen uit.
De bevindingen, gepubliceerd op 20 augustus 2025 in The Astrophysical Journal, zijn het resultaat van gedetailleerd onderzoek met de Australia Telescope Compact Array (ATCA). De waarnemingen, uitgevoerd met een resolutie van 2 boogseconden op golflengtes van 3 en 6 cm, onthullen een complex web van filamenten binnen de nevel. Deze delicate structuren, die waarschijnlijk zijn gevormd door de interactie van de wind van de snel roterende neutronenster, PSR B1509-58, met het overblijfsel van een supernova, lijken de magnetische veldlijnen te volgen.
De pulsar zelf, met een diameter van ongeveer 20 kilometer en een rotatiesnelheid van bijna zeven keer per seconde, genereert een magnetisch veld dat ongeveer 15 biljoen keer sterker is dan dat van de aarde, waardoor het een krachtige kosmische dynamo is. Opvallend is dat bepaalde prominente röntgenkenmerken, zoals een jet nabij de pulsar en de heldere 'vingers' die de nevel zijn kenmerkende handvorm geven, geen overeenkomstige radiosignalen vertonen.
Dit suggereert dat hoogenergetische deeltjes langs de magnetische veldlijnen ontsnappen, vergelijkbaar met de schokgolven die worden gegenereerd door supersonische vliegtuigen. Deze discrepantie tussen röntgen- en radio-emissies werpt nieuw licht op de mechanismen van deeltjesversnelling en -ontsnapping in dergelijke extreme omgevingen.
De bijbehorende supernova-restant, RCW 89, vertoont in radiobereik vlekkerige emissies die overeenkomen met röntgen- en optische klonten. Dit wijst op een interactie met een dichte waterstofgaswolk. Een scherpe röntgengrens, die eerder werd beschouwd als de uitdijende schokgolf van de supernova, ontbreekt echter een radiosignaal. Dit gegeven daagt eerdere modellen van jonge supernova-restanten uit en benadrukt de dynamische en soms onverwachte aard van astrofysische processen.
Deze nieuwe inzichten verrijken ons begrip van de complexe wisselwerking tussen pulsarwinden en supernova-restanten, en dragen bij aan onze kennis van kosmische structuren en de processen die plaatsvinden in extreme astrofysische omgevingen.